Classificaties

Om aan zwemwedstrijden mee te kunnen doen is er een classificatie nodig.

Deze classificatie wordt toegekend door speciaal opgeleide (sport-)artsen. Zij beoordelen wat een sporter kan en welke beperkingen een sporter heeft. Omdat niet voor iedere beperking een aparte classificatie mogelijk is, worden punten gegeven voor wat een sporter allemaal wel kan. Hierdoor kan het gebeuren, dat een zwemmer, die vooral met zijn armen kan zwemmen, in een klasse zit met een zwemmer die klein is.

Bij het zwemmen zijn er classificaties voor zwemmers met een lichamelijke-, visuele-, of verstandelijke beperking. De classificatie bestaat uit één of twee letters en een cijfer. De letters staan voor de zwemslagen: S = vrijeslag, vlinderslag en rugslag , SM = wisselslag en SB = schoolslag. 
De cijfers staan voor de beperking. De cijfers 1 t/m 10 staan voor een lichamelijke beperking, waarbij de laagste cijfers voor zwemmers met een zware lichamelijke beperking zijn en de hoge cijfers voor zwemmers met een lichtere beperking.
De cijfers 11, 12 en 13 staan voor zwemmers met een visuele beperking, waarbij 12 en 13 gebruikt wordt voor slechtziende zwemmers en 11 voor blinde zwemmers. Zwemmers met een classificatie 11 zwemmen met een geblindeerd zwembrilletje.
Zwemmers met een verstandelijke beperking zwemmen in klasse 14.
Zwemmers met een auditieve beperking maken gebruik van een flitslamp bij de start. 

Lees meer over classificaties Paralympic Classifications for Swimming

Sponsors